Oktober 2023
Naarmate de markt voor energieopslag snel groeit, heeft de Europese Unie haar regelgevingskader bijgewerkt om de uitdagingen op het gebied van milieu en veiligheid aan te pakken, met name bij het gebruik van batterijen. Met de recente vervanging van de 2006/66/EC richtlijn door de nieuwe EU 2023/1542 verordening, zijn er belangrijke veranderingen voor bedrijven die te maken hebben met batterijproducten, inclusief die in stationaire energieopslagsystemen op batterijen. Hier verkennen we de belangrijkste verschillen tussen deze twee verordeningen, waarbij we ons richten op de nalevingsdata, de categorieën waarop ze van invloed zijn en de implicaties voor huidige en toekomstige producten.
1. Toepassingsgebied: Van richtlijn naar verordening
De Richtlijn 2006/66/EG was voornamelijk gericht op de inzameling, recycling en verwijdering van batterijen. De EU 2023/1542, die op 17 augustus 2023 als verordening werd vastgesteld, dwingt daarentegen een uniforme wet af in alle EU-lidstaten, waardoor de verschillen die binnen het kader van de richtlijn bestonden, worden weggewerkt. Deze rechtstreekse toepassing in alle landen betekent een belangrijke verschuiving, aangezien bedrijven moeten voldoen aan één enkele, strengere norm, die minder flexibiliteit biedt maar zorgt voor uniformiteit in de naleving.
2. Nieuwe productcategorieën en bredere toepassing
Onder EU 2023/1542 zijn de batterijcategorieën uitgebreid met een breder scala aan batterijsoorten, waarbij de nadruk ligt op de impact gedurende de hele levenscyclus. Voor stationaire energieopslagsystemen voor batterijen is deze verordening uitgebreider van toepassing op productie, gebruik, verwijdering en milieueffecten dan de richtlijn uit 2006, die zich voornamelijk richtte op inzameling en recycling. Deze verschuiving betekent dat producenten, importeurs en distributeurs nu verantwoordelijk zijn voor een breder scala aan nalevingsmaatregelen.
- Ingangsdatum voor naleving: Augustus 2025 voor de meeste nieuwe batterijproducten, inclusief stationaire energieopslagsystemen.
- Uitgebreide categorieën: Naast draagbare, auto- en industriële batterijen die onder de vorige richtlijn vielen, richt de nieuwe verordening zich specifiek op “stationaire energieopslag”-batterijen, waardoor deze systemen onder strenger toezicht komen te staan.
3. Focus op circulaire economie en duurzaamheid
EU 2023/1542 introduceert specifieke duurzaamheidsmaatregelen die verder gaan dan de recyclingmandaten van de richtlijn 2006/66/EG. De nieuwe verordening verplicht bedrijven om een circulair economisch model te implementeren, waarbij batterijproducenten zich moeten richten op duurzame inkoop, efficiënte recyclingprocessen en verantwoorde inkoop van grondstoffen.
- Doelstellingen voor recycling en inzameling van batterijen: Onder de nieuwe regelgeving moeten fabrikanten voldoen aan geleidelijk toenemende inzamelings- en recyclingpercentages. Voor stationaire energieopslagbatterijen zijn doelstellingen voor materiaalterugwinning (zoals lithium, kobalt en nikkel) vastgesteld voor 2025, met verdere verhogingen tegen 2030.
- Koolstofvoetafdrukverklaringen: Deze nieuwe vereiste wordt van kracht in juli 2027 en verplicht alle fabrikanten, inclusief degenen die stationaire energieopslagsystemen produceren, om de koolstofvoetafdruk van hun producten openbaar te maken. Deze openbaarmaking ondersteunt de klimaatdoelstellingen van de EU door de nadruk te leggen op energie-efficiënte productie.
4. Verbeterde veiligheids- en prestatienormen
Een van de kritieke aspecten van EU 2023/1542 is de nadruk op veiligheids- en prestatienormen, die vooral van invloed zullen zijn op batterijsystemen met een hoge capaciteit, zoals die voor stationaire opslag. In tegenstelling tot de oudere richtlijn, die geen prestatiemaatstaven specificeerde, bevat de nieuwe verordening eisen voor de duurzaamheid van batterijen, het behoud van capaciteit en veiligheidstests.
- Tijdschema: Deze normen worden van kracht in 2026 en volledige naleving wordt verwacht in 2028 voor alle nieuwe stationaire energieopslagsystemen die verkocht worden op de EU-markt.
- Artikel 12
- Veiligheid van stationaire energieopslagsystemen op batterijen
- 1. Stationaire energieopslagsystemen op batterijen die in de handel worden gebracht of in gebruik worden genomen, moeten veilig zijn tijdens hun normale werking en gebruik.
- 2. Uiterlijk op 18 augustus 2024 wordt de in bijlage VIII bedoelde technische documentatie:
(a) | aantonen dat de stationaire batterij-energieopslagsystemen voldoen aan lid 1 en het bewijs leveren dat zij met succes zijn getest op de veiligheidsparameters van bijlage V, waarvoor de modernste testmethoden moeten worden gebruikt. De veiligheidsparameters zijn alleen van toepassing voor zover er een overeenkomstig gevaar bestaat voor het stationaire batterij-energieopslagsysteem in kwestie wanneer het wordt gebruikt onder de door de fabrikant beoogde omstandigheden; |
(b) | een beoordeling bevatten van mogelijke veiligheidsrisico’s van het stationaire batterij-energieopslagsysteem die niet worden behandeld in bijlage V; |
(c) | bewijs bevatten dat de onder b) genoemde gevaren met succes zijn beperkt en getest; voor dergelijke tests moeten de modernste testmethoden worden gebruikt; |
(d) | mitigatie-instructies bevatten voor het geval de geïdentificeerde gevaren zich voordoen, bijvoorbeeld een brand of explosie. |
- De technische documentatie moet worden beoordeeld als een batterij is voorbereid voor hergebruik, voorbereid voor herverwerking, geherfabriceerd of hergebruikt.
- 3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in bijlage V vermelde veiligheidsparameters te wijzigen in het licht van de technische en wetenschappelijke vooruitgang.
5. Digitale productpaspoorten voor batterijtraceerbaarheid
Om de traceerbaarheid en verantwoorde verwerking aan het einde van de levensduur te verbeteren, introduceert de nieuwe verordening digitale productpaspoorten voor elke batterij. In deze paspoorten wordt essentiële informatie vastgelegd over de samenstelling van de batterij, de herkomst van de productie en recyclinggegevens, waardoor de transparantie in de hele toeleveringsketen wordt verbeterd en efficiëntere recyclingprocessen mogelijk worden.
- Tijdlijn naleving: Digitale productpaspoorten worden in 2026 verplicht voor industriële en stationaire energieopslagbatterijen met een hoge capaciteit.
6. Implicaties voor bestaande stationaire energieopslagsystemen op basis van batterijen
Als u momenteel stationaire energieopslagsystemen produceert, importeert of verkoopt in de EU, dan vereist de nieuwe verordening een aantal aanpassingen. In tegenstelling tot de richtlijn uit 2006, waar naleving vaak een kwestie was van eenvoudige deelname aan recycling, stelt de nieuwe verordening elk onderdeel van de toeleveringsketen verantwoordelijk voor milieuvriendelijke productie, verantwoorde verwijdering aan het einde van de levensduur en gedetailleerde rapportage.
7. Hoe we kunnen helpen
Het navigeren door deze veranderingen in de regelgeving kan een uitdaging zijn, vooral wanneer u deze vereisten in uw bestaande producten en activiteiten integreert. Ons adviesbureau is gespecialiseerd in naleving van de regelgeving, productbeoordeling en duurzame ontwerpintegratie voor energieopslagoplossingen. Met onze expertise kunnen we uw bedrijf door het bijgewerkte nalevingskader loodsen en ervoor zorgen dat uw stationaire batterij-energieopslagsystemen efficiënt en kosteneffectief voldoen aan de vereisten van EU 2023/1542.
Neem contact met ons op voor een gepersonaliseerde nalevingsbeoordeling om uw marktpositie veilig te stellen en voorop te lopen op het gebied van duurzame, compliant oplossingen voor energieopslag.
Nu de EU de normen voor de productie en verwijdering van batterijen verhoogt, is het belangrijker dan ooit om op de hoogte te blijven en voorbereid te zijn. Als u zich proactief aanpast aan deze nieuwe normen, zorgt u voor een soepele overgang en succes op lange termijn op de EU-markt.